Orange wine of oranje wijn wordt gekenmerkt door een geconcentreerde, donkergele of oranje kleur, een intens aromatisch karakter (veelvoorkomende aroma's zijn bloemen, sinaasappelschil, thee, lychee,...) en een zachte of eerder strenge tanninestructuur (beter bekend als hetgeen een mondopdrogend gevoel geeft bij het drinken van veel rode wijnen).
Om te begrijpen hoe orange wine aan deze kenmerken komt, kijken we even naar het vinificatieproces ervan: bij orange wine worden de druiven na oogst en eventuele triage eerst gekneusd waardoor het sap voor een tijdje bij de vaste bestanddelen (schilletjes, pitjes, steeltjes) wordt gehouden. Dit noemen we schilcontact, schilmaceratie of schilwerking. Hoe langer dit schilcontact duurt, hoe meer aroma's, kleur en tannines er door het sap aan de vaste bestanddelen onttrokken wordt. Een wijnmaker kan ervoor kiezen pas na weken of zelfs maanden te gaan persen (dit is het scheiden van sap en vaste bestanddelen). Echt veel tannines zullen pas onttrokken worden eens de fermentatie is gestart, wat daarvoor is een alcoholrijke omgeving nodig (en alcohol is een product van de fermentatie). Bij 'gewone witte wijn' gebeurt er veelal een directe persing en is er geen of nauwelijks schilcontact, vandaar het verschil in kleur, aroma's en textuur.
We gebruiken cookies om websiteverkeer te analyseren en de ervaring op je website te optimaliseren. Als je het gebruik van cookies accepteert, worden je gegevens gecombineerd met de gegevens van alle andere gebruikers.